Tikal |
Tikal |
Wat is dit? |
Copan hiëroglyfen trap |
Copan |
macaw |
ramboetan |
We staan bijtijds op om de Maya ruïnes
te bekijken, maar eerst geld halen en dat blijkt een hele opgave.
ATM's snel gevonden maar ze werken niet of herkennen de chip niet.
Harry wisselt maar dollars in Quetzals. André wacht op een kruispunt
en signaleert twee belangrijke zaken. Als eerste: de welstand van een
persoon is af te leiden aan de schoenen. Veel plastic slippers, wat
cowboyachtige laarzen, maar een mooi gepoetste schoen is zeldzaam en
stapt ook altijd uit een grote en dure auto. Het tweede is dat heel
veel vrouwen scooter en motor rijden (heel goed) en als ze al een
keer achterop zitten dan in de charmante amazonezit. Trouwens ook
hier zijn pickups populair. Ja achterin wordt af en toe wel eens wat
vervoerd, maar meestal staan er mensen in. Het lijkt er op dat ze dat
leuker vinden dan om in de auto zelf te zitten.
Het weer ziet er niet best uit. Veel
regen wordt voorspeld en mede gelet op de stand van onze achterbanden
zijn we daar niet gerust op. Het is ruim 60 km waarvan de laatste 17
door het Tikal park. In het park niet te snel rijden luidt het advies
want er kunnen onder andere wilde kalkoenen, miereneters, enne puma's
oversteken. Er zijn nauwelijks toeristen. Op het pad naar de ruïnes
klauteren er apen door de bomen. We komen bij de eerste ruïne en
onze monden vallen open. Ongelooflijk dat ze zo'n 13 eeuwen geleden
zulke enorme imposante gebouwen konden neerzetten en dat zo'n hoge
beschaving helemaal weg is op de ruïnes na. Van alle gebouwen is
maar een klein deel te zien. De rest kan allemaal nog blootgelegd
worden. Een deel heet El Mundo Perdido ofwel de verdwenen wereld en
we lopen daar helemaal alleen. Een vreemd en een beetje angstig
gevoel. Het voelt aan alsof je door een erfenis loopt die er niet
voor bestemd is, maar eigenlijk bedoeld is om verder te ontwikkelen.
Zo bouwde men bijvoorbeeld een enorm vierkant met steeds een iets
kleiner vierkant erop tot zo'n 40 meter hoog met als enig doel de
sterren te bestuderen. Wat hebben ze ontdekt? In stilte lopen we
terug en het begint te regenen en als het daar begint dan begint het
ook echt. Op een of andere manier is het wel passend.
We drinken nog wat om bij te komen en
iets op te drogen. Op de motor gaat het goed. Het gaat wel wat
regenen maar we komen vlot terug in Flores. Natte kleren aan de lijn
en met wifi aan de gang. Straks gaan we eten en weer bijtijds naar
bed om morgen naar Rio Dulce te rijden. Daar maken we een tocht over
de mooie rivier. Daarna is het bedoeling om Honduras in te rijden en
daar wellicht naar Bay Island te gaan om daar te snorkelen/duiken.
Dat moet erg mooi zijn. Maar we moeten nog besluiten.
Dinsdag 22 september 2015 Flores –
Rio Dulce 204 km
Zelf ontbijt gemaakt op de kamer. De
brander en fluitketel worden nog steeds gebruikt. De motoren
opgezadeld en weg. Het is maar 200 km dus we rijden relaxed. We
zitten in vlak landbouwgebied en komen door plaatsjes waar volop
handel wordt gedreven. De mensen zijn ook hier weer aardig. Wat meer
introvert dan een Mexicaan maar daar staat tegenover dat de vrouwen
een innemende glimlach hebben. We stoppen bij een winkeltje en kopen
twee frisdrank en een koek voor 14 Quetzals, ofwel € 1,68. Zo raak
je je geld niet snel kwijt. Ook de weg is prima. Het lijkt wel of een
opmaat voor de verkiezingen is geweest het weghalen van veel túmulo's
(hobbels). Vaak zijn ze nog wel aangegeven maar zo kunnen we lekker
doorrijden. Op de vele verkiezingsborden staan mooie leuzen, waarvan:
Obras ni palabras (geen beloften maar werk) wel het meest voorkomt.
De eerste verkiezing heeft geen winnaar opgeleverd. De tweede ronde
is in oktober. Volgens het reisadvies is het daarom onrustig in het
hele land, maar wij merken daar gelukkig niets van.
Bij een slecht stuk weg staat André
ineens tegenover een bus die doordrukt. Harry rijdt als tweede en
ziet een uitweg die André ook kan nemen. We komen mooi op tijd bij
Rio Dulce en worden opgepikt door een man op een brommer die ons naar
Bruno's brengt. We besluiten daar twee nachten te blijven en morgen
de trip over de rivier naar Rio Dulce te maken. Het hotel ligt aan
het meer en is een pleisterplaats voor zeilboten uit Amerika. Dus ook
een aantal oudere zeemannen op de barkruk die leven op hun jacht of
nu zijn verhuisd naar het vaste land. Er wordt stevig gedronken en
het lijkt er verdacht veel op dat zich dat elke dag herhaalt. Een
oude Amerikaan man vertelt dat hij al 11 jaar daar woont en op de
vraag wat het geheim van deze plaats dan is antwoordt hij: I don't
know. Every place is allright. Wij besluiten dat we voorlopig toch
wat kritischer blijven.We lopen nog even het dorp in. Dat bestaat alleen uit een weg vol met winkels in de richting van de brug. Halen geld en doen boodschappen. Dan is het tijd voor André's siësta en internet voor Harry. Later gaan we op zoek naar een restaurant maar belanden uiteindelijk toch bij Bruno's waar we aan het water prima eten. Ook hier is televisie enorm populair. De dames achter de bar bedienen maar volgen ook met open monden de soap. Als ze zien dat wij naar hen kijken voelen ze zich betrapt. Het is nog geen negen uur als Harry op een oor gaat en André de blog bijwerkt.
Woensdag 23 september 2015 Rio Dulce 0
km
Om 9.30 uur worden we opgepikt door de
lancha collectiva, ofwel de boot waar zo'n 10 mensen in kunnen en
maar twee gasstanden heeft: uit of vol aan. We pikken nog wat mensen
op en planeren dan in 2 uur = met wat stops onderweg – naar
Livingston, een fameus Caraïbisch dorp. Wij vinden er echter niet
wat we op basis van de beschrijving dachten te vinden. Het is
verwaarloosd, ingeslapen en duur. Wij lopen door het dorp waar echt
alles langzaam gaat en drinken ergens koffie waar ze toevallig wifi
hebben. Dat vult al ruim de helft van de 3 uur wachttijd om terug te
gaan. We lopen nog wat rond en zitten dan als eersten in de boot. Aan
de gezichten van de rest te zien zijn zij ook niet echt in de ban van
Livingston geraakt. Vol gas weer terug en bij Bruno's treffen we
Sanne.
Een 29-jarige Utrechtse die altijd
alleen op reis gaat. Ze heeft als leerkracht op een basisschool drie
maanden onbetaald verlof kunnen nemen en trekt Midden Amerika door.
Maar in Nicaragua is ze een Egyptenaar tegen gekomen die als
fysiotherapeut in New York werkt en is verliefd geworden. Aan het
eind van haar vakantie gaat ze twee weken naar hem toe, maar dat
duurt nog drie weken. En in Midden Amerika is niet zoveel voor haar
te doen.
Wijs als wij zijn adviseren wij haar
drie weken eerder naar New York te gaan én – nog veel belangrijker
– schatten wij de kans op een leuke relatie op nul in, zeker als we
een foto van hem zien: half kaal, verliefd op zichzelf en met een
lelijke bril. Nee, en dan ook nog al die culturele verschillen, nee
nee dat kan nooit wat worden. Sanne kan er gelukkig tegen, zegt ze
maar we zien toch wat verliefdheid afbrokkelen. Aaaaach.Wij gaan wat drinken in een andere kroeg, maar komen naar Bruno terug om te eten. Daarna kijken we – terwijl het giet en blijft gieten – naar de route en dat is maar goed ook want de motoren kunnen niet mee naar het duikeiland. Dat wordt nu even improviseren. Misschien maar weer een Mayastadje? We zitten even op dood spoor, ook in het overleg. Onverzadigbaar als we zijn zoeken we naar mooie dingen, maar die zijn er even niet of we zijn inmiddels gewoon verwend of nog vol van alle andere indrukken. Lonely Planet geef ons raad!
Donderdag 24 september 2015 Rio Dulce –
Copan Ruinas 238 km
Wakker geworden met op de televisie de
paus in de Verenigde Staten. Gesterkt door zijn woorden op weg naar
Honduras. Een rit van ruim 200 km. Guatemala raakt ook zijn bossen
snel kwijt. Het berggebied is/wordt massaal omgezet naar
landbouwgrond. Afwisselende weg met loslopende honden, kippen, koeien
en paarden. Zo'n 50 km voor de grens wordt de weg slecht. Diepe
kuilen, gerafeld en gescheurd asfalt en geregeld stenen die omlaag
zijn gevallen. Nog even tanken en een broodje eten om de Quetzales op
te maken en dan bereiken we de grens. Eerst de papieren in orde maken
voor jezelf en dan voor de motor om Guatemala uit te gaan. Dat gaat
eigenlijk best soepel. Dan naar de Hondurese kant. We zien
geldwisselaars met dikke stapels geld staan waaien. We vinden dat
vreemd omdat er een bank aan de grens is. Om Honduras in te komen
moet je voor jezelf 66 lempira betalen. De bank wisselt geen dollars
in eigen valuta maar geeft als koers op 22 lempira voor 1 dollar. Dus
toch maar aangeklopt bij een wisselaar. Die hanteert een koers van 20
lempira, nou ja. Dan naar het loket voor de motor. Wel veel kopieën
nodig, maar daar waren we op voorbereid. Nog eens zo'n 700 lempira
betalen en we kunnen de schurkenstaat in. Mmmm. Redelijk goede weg
met mooie uitzichten. Het is maar een klein stukje naar het stadje
Copan met zijn steile weggetjes met grote natte ronde stenen. Het
Mary Hotel is duur maar mooi én de motoren gaan achter een dik hek.
Goed zo. Het stadje is leuk, gemoedelijk en zo ook de Hondurezen, die
ons vriendelijk gedag zeggen. Ja, dat is makkelijk denken we met een
pistool op zak. We drinken tijdens Happy Hour twee mojito's voor de
prijs van één en vallen dan aan op het uitgebreide en heerlijke
avondeten. Daarna is er alleen maar uitbuiken en slapen.
Vrijdag 25 september 2015 Copan Ruinas
– Comayagua 308 km
Weer ontbeten op de kamer en daarna een
kleine wandeling naar de ruïnes. We dachten dat het minder zou zijn
dan Tikal, maar het is anders en ook erg mooi. Eerst worden we
verrast door macaws (papegaaien) met hun gekleurde verenpracht en
gesnauw en een beest dat we niet kennen. Dan kom je op een groot open
veld waar omheen de gebouwen staan. Hier zijn de figuren in de stenen
veel duidelijker te zien dan bij de andere Maya nederzettingen. Bij
een van de piramides is een trap met op elke steen een hiëroglief.
Als we hier klaar zijn lopen we met een grote boog langs nog heel
veel gebouwen en komen weer onder de indruk terug. Even nog een
koffie en dan kijken hoever we kunnen komen in de richting van
Nicaragua. Het eerste deel van de weg is goed, maar het tussenstuk
van zo'n 100 km zit vol met verraderlijke kuilen. Veel kunnen we er
ontwijken maar soms moeten we er toch door. Arme motoren. Het gaat
ook spetteren maar de temperatuur blijft hoog dus wat je nat wordt
droog je ook. Ondertussen zien we veel van Honduras en wat we zien
bevalt. Het landschap is mooi. Bergachtig met een heel gevarieerde
vegetatie en aardige mensen.
Opeens begint een tolweg, net nadat we
bijna al het lokale geld aan benzine hebben besteed. Er stonden wel
geen motoren op de borden, maar we rijden toch wat gespannen. Ook al
omdat er veel borden staan die aangeven dat tol betalen werk schept.
Met veel machines zijn ze bezig bergen af te graven en we moeten veel
files voorbij. Bij de afslag blijkt dat dat ze inderdaad nog geen
tolhuisjes hebben gemaakt zoals aan het begin. In het stadje probeert
André een hotel uit LP te vinden maar hij ziet uit zijn ooghoeken
een ander hotel dat ook voldoet. De deur van de kamer lijkt overigens
wel op die van een gevangenis. Een stalen geval, blijkbaar om
ongenode gaten buiten te houden. Om 18.00 uur ploffen we op onze
bedden.
Het blijkt dat acht weken met elkaar op
pad en op elkaar aangewezen zijn ook zijn tol vergt. Er vallen rake
klappen, de tent wordt doormidden gescheurd enne …. nee hoor. Er
gaan wel wat rake woorden over en weer, excuses worden gemaakt en
beterschap beloofd. Het is net een echte relatie met zijn ups en
downs. Daarna lopen we een stukje de stad in, voor zover we het
vertrouwen, en drinken op elkaar en het vervolg van de reis.
Zaterdag 26 september 2015 Comayagua –
Léon (Nicaragua) 396 km
Voor we op pad gaan eerst bij Dunkin'
Donuts een heerlijke cappuccino gedronken en in gesprek geraakt met
een Amerikaanse ex-militair die op zijn 39 gepensioneerd (tegen 30%
van zijn laatste loon) nu voor het vierde jaar als onderhoudsman van
helikopters had bijgetekend op de Amerikaanse basis. Een paar van
zijn collega's zijn in Honduras doodgeschoten. Hij geeft aan dat het
jongens waren die overal ter wereld waren geweest en dachten dat zij
het voor het zeggen hadden. Maar dat werkt hier anders. Rommel je met
een vrouw dan kan je dat duur komen te staan. “You have to keep
your lane” is zijn advies. Nou dat zijn we in meerdere opzichten
zeker van plan. Langs de hoofdstad Tegucigalpa loopt een rondweg. Bij
de afslag die we nemen ligt er heel veel aarde en moeten we via het
gras. Als we rondkijken zien we wat er is gebeurd. Een deel van een
nieuwbouwwijk met kubusachtige gekleurde huizen is door een
aardbeving getroffen. De grond is van de berg afgeschoven en heeft de
woningen meegenomen. Het bizarre is dat de huizen op het oog nog heel
zijn maar als strooigoed terecht zijn gekomen. En dat steekt sterk af
tegen dezelfde huizen die mooi tegen de helling zijn blijven staan.
We zijn weer onder de indruk.
We stoppen bij een nieuwe zaakje en
vragen om koffie. Grote schrik, er wordt gerend, tafels worden gedekt
en sorry sorry het duurt even en de koffie is gratis zegt een
zenuwachtige vrouw en voegt ze toe dat de koffie van de zaak is. Even
later blijkt de vrouw goed Engels te spreken en vertelt ons dat ze
bang van ons was en dacht dat we Russen waren. Mooi zo, voortaan is
het dus pasiba en dobre dan. We zullen ze leren.
Op weg naar de grens komen we op een
weg waar meer gaten in zitten dan er asfalt ligt. Met de motoren
voeren we een soort salsa uit om toch vooruit te komen én de motoren
te sparen.
Armoede maakt creatief. We zagen al
heel veel vrouwen met fruit en groente, oude mannetjes bij
supermarkten als inpakhulp en mannen die met een zakdoekje zwaaien om
aan te geven dat er een parkeerplaats is, maar mensen die met een
schop een paar gaten in de weg dichten en schreeuwend hun loon eisen
is voor ons nieuw. We haalden onze truc uit en deden of we russen
waren. Die hebben blijkbaar hier toch al een slechte naam.
Opeens drukte: de grens. Op
WikiOverland hebben we ons voorbereid. De fixers zijn agressief in
hun benadering en wij nog erger. Er wordt gewezen, gesnauwd, gebaren
gemaakt maar uiteindelijk vallen ze allemaal af. Honduras is snel
geregeld, maar Nicaragua duurt langer. Eerst worden de motoren
ontsmet, dan naar de zuster voor de medische checkup in de vorm van
een opname voor de camera waar je in moet kijken als je een paar
vragen moet beantwoorden, dan de motoren invoeren, jezelf invoeren en
tenslotte een verzekering afsluiten. Het is warm en het zweet loopt
in stromen van ons af, maar uiteindelijk kunnen we door en komen in
het donker in Léon waar we de weg zoeken naar het Viaviacafé gerund
door Belgen. Gevonden, maar is er ook een plek voor de motoren. Ja,
gas geven en door de zaak naar achteren. Tafels en stoelen worden aan
de kant gezet, mensen gaan aan de kant en als een stel gladiatoren
worden we onthaald op onze weg door de bar en het restaurant. De
motoren krijgen een ereplaats en kunnen eindelijk ook eens uitrusten.
Om bij te komen van de belevenissen drinken we eerst een mojito en
daarna een literfles bier, eten en krijgen bezoek van Stijn de
Belgisch uitbater. Per ongeluk hier gekomen vertelt hij. In 2010 na
stressige banen aan het reizen en vijf maanden in Léon gebleven met
vrijwilligerswerk. Het plaatsje niet uit het oog verloren en in 2013
ingestapt. Nicaragua is nog puur vertelt hij. Dat is wel aan het
veranderen maar heel langzaam. De formule van Viavia is een
ontmoetingsplaats te creëren voor reizigers én de plaatselijke
bevolking en als we om ons heen kijken dan lijkt dat te lukken.
Voldaan zoeken we ons bed op.
| Monday September 21th 2015, Flores (Guatemala,) daytrip Tikal 77 mi
We are early on our way to the Maya
ruines, but first we have to find an ATM. That is not the problem but
all the ATMs we find are broken down or don't recognize the chip.
Harry changes dollars in quetzals. André is waiting at a crossing
and notices two important things. The first is that the material
wellbeing is reflected mainly in the shoes. You see a lot of plastic
slippers, some cowboyboots, but a pair of shining shoes is rare and
always comes out of a big and expensive car. The second is that many
women ride a scooter or motorbike and they drive very well and as a
passenger they sit in the charming amazon position, so side ways. By
the way, pickup trucks are here also very popular. Yes, they are
being used for cargo but you see more often people standing in
the back of the car. It seems they find it nicer than sitting in the
front.
The weatherreport predicts a lot of
rain and this in combination with the condition of our reartires is a
bit worrying. It is still 30 mi to the park and in the park itself
10 mi. The advice is not to speed in the park because wild turkeys,
anteaters and puma can cross the road (!). There are just a few
tourists. On the path to the ruïnes there are monkeys in the trees.
We reach the first temple and we are more than surprised.
Unbelievable that 13 centuries ago they could make such enormous and
impressive buildings and that such a civilisation has disappeared
totally. Only the ruïnes are there. From all the buildings there is
only a small part which has been dug out. The rest is still waiting
to be discovered. A part is called El Mundo Perdido (the lost world)
and we are there the only visitors. A strange and somewhat anxious
feeling. As if you are walking in a heritance which is not meant for
you, but for futher evolvement. They built an enormous rectangular
first floor and on it a second floor and a third and so on till they
reached a heigth of 120 ft with the sole aim to study the stars. Wat
did they find out? In thoughts we walk back. It starts to rain. Soon
we are soaked but it feels good in a certain way. It fits with our
visit to the lost world.We drink a coffee to come back to the 21th century and to let our clothes dry. Back on the bikes there is no real rain and we are back in town in no time. We discuss wat to do the next days. We decide to go to Rio Dulce and make a trip over the river with the same name to Livingston. One of the top attractions of Guatemala. Then Honduras is on our list and maybe Bay Island to snorkel or dive. It must be beautiful there. But we have to choose between all the possibilities and sometimes that is hard.
Tuesday September 22th 2015
Flores – Rio Dulce 127 mi
We have breakfast at our room. The
stove and kettle are still being used. It is just 127 mi so we can
relax. We ride through plane land with many small lots on which
farmers are working. In the towns a lot of trade is going on. The
people are indeed friendly but more busy with themselves if you
compare them with Mexican people. On the other hand the women here
have a surprisingly nice smile. We stop at a small shop and buy two
cokes and a piece of cake for 14 quetzals which is $ 1,80. In this
way you don't spent much money. The road is good and there are not as
much speed bumps as in Mexico. It looks as if they are removed just
before election time. Often there are still warnings but no bumps
anymore. Good for us and the miles we want to make. You see there
will be election again. There are many sings with slogans. The one
which says: Obras ni palabras (work no words) is for us the winner.
Because of the elections our Ministry warns for riots but fortunately
we don't see anything which concerns us.
Suddenly the road gets bad and André
is up against a bus which doesn't hold back. Harry rides secondly and
sees an escape which André also can use. We arrive in time in Rio
Dulce and are being picked up by a man on a bike who brings us to
Bruno's. We decide to stay for two nights and make the boattrip
tomorrow. The hotel is at the river and Rio Dulce is a safe heaven
for hurricanes and many American sailors come here for a couple of
months. So there are also a couple of old sailors who only live on
their boats or who went ashore. They drink a lot and it appears that
happens every night. An old sailor tells that he is there already for
11 years and on the question what the secret of Rio Dulce is, he
answers: “Ï don't know. every place is allright.” We decide to
be a little more critical, at least for the coming months.
We make a stroll in the village. It is hardly more then a road full of shops to the bridge. We find an ATM that works and buy some things for breakfast. Then it is time for André's siësta and internet for Harry. Later we try to find an even better restaurant than Bruno's but we don't succeed. Bruno's appears to be the best around. We have seen it before but the soaps on television are incredible popular. The girls behind the bar work but also see what is happening on the screen, with their mouths wide open. When they notice we are looking they smile but don't care. It is not yet nine o'clock when Harry falls asleep and André updates the blog.
Wednesday September 23th
2015 Rio Dulce 0 mi
At 9.30 we are picked up by the lancha
collectiva. A boat for 10 persons and with two positions for the
speed: full throttle or no throttle. On our way we pick up a couple
of persons and with more then 2/3 of the boat out of the water we go
up the river to the ocean. Well to cut a long story short: Livingston
is not what we expected. It is worn out, the people also and it is
expensive. We walk through the streets where nothing happens and
luckily we find a place with decent coffee and wifi. Before we know
it there are two hours gone and one still to go. We look around a
little bit more and are the first ones back in the boat. As we see
the faces of the other passengers then we know enough: okay full
throttle home to Bruno's where we meet Sanne. A 29 year old lovely
Dutch girl from Utrecht. She teaches at primary school and travels
for three months in Central America. In Nicaragua she met an Egyptian
who works as a fysiotherapist in New York and she fell in love. At
the end of her time here in Guatemala she is going to visit him in
New York, but therefor she has to wait three weeks and there is not
so much to do for her till then. Old and wise as we are we advise her
to change plans and let her Egyptian lovers buy a new ticket for her
(again) so she can leave for NY tomorrow. But more importantly we
tell her that this relationship doesn't stand a chance, because she
showed us a foto of a man in love with himself, partly bold and with
strange glasses. No, and then also the cultural differences, no that
will never work out. Sanne can stand our advice, but we see a part of
her love crumbling. Aaaah.
We have a drink in another restaurant,
but eat at Bruno's. Then we study our route and that is very good,
because we see that we can not take the bikes with us to Bay Island,
so we have to skip this plan. We decide to go to Honduras and see
another Maya town. But we are a little bit bored. Maybe it is because
we have seen already so many beautiful things or indeed Livingston
was a disappointment, we don't know. Hopefully the internet and
Lonely Planet can give us new inspiration.
Thursday September 24th 2015 Rio Dulce
– CopanRuinas 148 mi
We wake up with the pope on television.
Strengthened by his words we go on our way to Honduras. It is just
150 mi. Guatemala loses her forests rapidly. The mountains are now
totally cultivated. It is a nice road with dogs, chickens, cows and
horses. Thirty mi before the border the road gets very bad. There are
deep holes, the turmac is loose and and a lot of rocks have fallen
down. We stop for fuel and lunch and get rid of the guatemalan
quetzals. At the border you fiirst have to export yourself and then
the bike. It goes smoothly. Then to the Hondurian side. First we see
men wave with big bundles of banknotes and wonder why because there
is a bank at the border. To enter Honduras you have to pay 66 lempira
and one dollar is 22 lempira. We go to the bank but then it becomes
clear. The bank doesn't change money so the men with the bundles are
the bank and they give 20 lempira for a dollar. Then on to the other
hall for the bikes. Much copies are required, but we come prepared.
We pay another 700 lempiras for the bikes and we enter the villain
state. Well we begin with a nice road and a nice landscape. It is
just a couple of mi to Copan with its (wet) cobblestones and steep
allies. The Mary Hotel is relatively expensive but good and has a
safe place for the bikes. The town is nice and also the people are
friendly. Yeah, easy to be friendly with a pistol in your belt, we
think. We join a Happy Hour, drink mojitos and consume a very nice
dinner. After that there is only bed and sleep.
Friday September 25th 2015
Copan Ruinas – Comayagua 192 mi
Again we have breakfast at our room and
we walk to the ruïnes. We thought it would be less interesting than
Tikal, but it is different and again very interesting. First we are
surprised by the macaws with their beautiful colored feathers and
cries and also a little beast we never saw before. Than we arrive at
a large field surrounded by temples. Here the figures are much more
prominent than in other Maya places. At one of the piramides there is
an enormous stair with on each stone a hieroglyf. Elsewhere we find
steals representing leaders and gods. We see a lot more temples and
again impressed we return to the hotel.
Then it is time to go in the direction
of Nicaragua. The first 60 mi are good, but the next part is full of
holes. We are able to avoid most of them but sometimes you hit one.
Poor bikes. It starts to rain a little bit but because of the high
temperature you stay more or less dry. Meanwhile we see a lot of
Honduras and we like it. Mountains covered with forests and a very
friendly people.
Suddenly there is a tollway, just after
we spent all the local currency on petrol. On the signs bikes are not
mentioned, but still we are a little worried. There a many signs
along the road that say that this work can only be realized thanks to
the payment of us all. With heavy machinery they are removing
mountains and there is a traffic jam which we can pass only slowly.
When we leave the road there is no toll to pay. They haven't built
the tollgate yet. In town André tries to find the hotel he selected
in the LP but sees another one that fits our needs. The door of the
room looks like a prisondoor. Clearly it is meant to keep villains
out. It is 6 pm and dark when we fall on our beds.After eight weeks on the road there is tension between us. The last days we haven't communicate properly and there is misunderstanding. We argue, there are some blows and the tent is being torn in two pieces.......... no, no. Yes, there is criticism and frustration, but the words clear the air, we make excuses and promiss better behavior. Yeah it is like a real relationship with its ups and downs. Then we leave for a drink in town and drink it to our health and the following part of the trip.
Saturday September 26th 2015
Comayagua – Léon 247 mi
Before we take off we visit Dunkin'
Donuts and drink a delicious cappuccino. An American guy asks about
our trip and he appears to be an ex soldier, retired when he was 39
and now working for the fourth year on a contract for a civilian. He
maintains helicopters at the American base. A couple of his mates
are being shot in Honduras. They were on missions all over the world
and thought they could behave as they wanted. But that doesn't work
here. When you mess with a woman then you pay the price. “You have
to keep your lane” is his advice and just that is what we are going
to do, in more than one aspect.
In the capital Tegucigalpa we come to a
junction where there is a lot of mud is on the road so we have to
pass across the grass. When we look around we see what happened.
There has been an earthquakkeand a part of a suburb with brigth
coloured houses has been damaged. The mud have come down the mountain
and toke the houses with it. It is bizar because the houses are still
whole but are being tossed in different ways. And that is strange
because other similar houses are not damaged. Again we are impressed.
We see a nice restaurant and stop. What
is happening? Two people start running with table cloths, knifes and
forks and yell sorry sorry and the coffee is for free. When we are
enjoying the free coffee and smile gently to the woman she tells us
that they were afraid that we were Russians. All right, from now on
it is pasiba and dobre dan. We'll teach them.
On our way to the border there is a
road with more holes than turmac. We dance with the bikes in order to
make miles but also to spare our vehicles. Poverty makes creative. We
already saw women with fruit and vegetables, old men who put your
errands in a plastic bag in the supermarket and men who wave to show
there is a parking place, but this is the first time we see people
filling holes in the road and ask for money. We act as Russians and
do not pay.
Suddenly there is the border. We looked
at WikeOverland and come prepared. The fixers are aggressive but we
are worse. There are words, shouts, gestures but in the end all the
fixers disappear. Leaving Honduras is easy, but entering Nicaragua
takes time. The bikes must be desinfected, a nurse asks questions
about our health, the bikes have to be imported, we have to be
imported and finally you have to buy an insurance. It is hot and we
are sweating, but finally we can go to Léon. We arrive after dark
and try to find the Viaviacafé. Found. But is there a safe place for
the bikes? Yes, come on in. We can ride through the bar and the
restaurant to our room. Tables and chairs are removed, other guests
must leave their place and in the restaurant they have to interrupt
their dinner. We put our stuff in the room and order a mojito and
then a quarter gallon of beer for each. When we eat the Belgian owner
Stijn joins us. In 2010 he worked as a volunteer in Léon and since
then he visited the place periodically. In 2013 he invested money in
the Viaviacafé. Nicaragua is still pure he tells us. Although now it
is gradually changing, it will take a long time before it will lose
its authenticity. The mission of Viavia is to create a meeting place
for travellers and the people from Léon. When we look around it
seems to work. Satisfied we go to bed.
|