zaterdag 14 november 2015

Peru - Bolivia - Brazil

 
Bij het Titicacameer
 
Openbare wasplaats / Public laundry
Barca across the lake
Markt La Paz


Begraafplaats / Cemetery La Paz

Markt La Paz
Harry's bank: ga naar De Roo

37 C or 98 F


Nederlandse versie
Woensdag 4 november Cusco - Puno / Titicacameer 402 km
Tegen achten rijden we weg. Een grote stad uitrijden vergt altijd veel concentratie, omdat het verkeer aan alle kanten langs je heen schiet. Ook vandaag. We naderen een kruising en rijden dan altijd voorzichtig, omdat niet geheel duidelijk is wat de voorrangsregels zijn. Rechts van ons staat een auto stil. We rijden dus door, de kruising op. De bestuurder van een tweede auto van rechts zit zo gebiologeerd naar onze motoren te kijken dat hij de eerste stilstaande auto niet opmerkt en hij knalt er vol op.
In het begin klimmen we nog naar een pas op 4.300 meter, maar vervolgens dalen we naar een soort hoogvlakte op zo'n 3.900 meter. Het lijkt wel een soort woestijn met aan de randen bergen. Af en toe zien we flamingo's staan in kleine meertjes. We hebben de hele dag een strak blauwe hemel. De rotsbergen laten mooie kleuren zien. De strakke asfaltweg is een beetje ééntonig met lange rechte stukken. Hierdoor kunnen we echter wel flink opschieten.
We stoppen nog even bij een rivier, waarin het een drukte van belang is. Van alles wordt er gewassen: de auto, de tuk tuk, kleren, kinderen enz. Mooi schouwspel.
Van het mooie asfalt schakelen we opeens over naar een onverharde weg in een middelgrote plaats. Volledige chaos. Ze zijn een nieuwe weg aan het aanleggen, maar voorlopig moet al het verkeer over een onverhard pad vol met diepe gaten. De bussen en vrachtwagens dansen over de weg alsof ze op zee zijn.
We naderen het Titicacameer, naar verluidt één van de hoogtepunten van Zuid Amerika. Het meer is zo groot, bijna een oceaan staat er in de Lonely Planet en dat op bijna 4 kilometer hoogte. We proberen in Puno een hostel te vinden, maar wat we zien staat ons niet aan. We besluiten door te rijden naar een hostel 15 kilometer buiten Puno. Dat bevalt ons beter, wifi, veilige plek voor de motoren en mooie kamers met warme douche. Er is echter in de omgeving geen enkele eetgelegenheid. Voor 10 sol (eur 2,80) verzorgt de eigenaresse echter een maaltijd, die ons prima smaakt. We praten nog even met een Belgisch echtpaar, samen reizen ze op één motor de wereld door. Ze zijn al vier jaar onderweg. Hebben de reis een paar keer onderbroken (wegens overlijden van hun ouders). Willen nog één jaar doorreizen. Ze nemen overal de tijd voor en onderhandelen voortdurend over prijzen anders zijn ze te snel door hun spaargeld heen.
Het volgende land dient zich aan, dus we lezen weer veel over Bolivia en maken een plan. Bijtijds naar bed. André is nog niet helemaal fit en Harry had vanmorgen om half vijf al een conference call. En het koelt snel af op deze hoogte en dan is het onder de dekens lekkerder dan er boven.

Donderdag 5 november Puno (Peru) - La Paz (Bolivia) 283 km
Om 8 uur vertrokken en net als gisteren moeten we voor vertrek even op de foto ten behoeve van de facebook pagina van het hostel. Langs het Titicacameer is de grond blijkbaar vruchtbaar, want we zien volop landbouwactiviteiten. Het is hier op het zuidelijk halfrond nu natuurlijk voorjaar dus dan moet je je land bewerken. Het land wordt nog met een door twee ossen getrokken ploeg bewerkt.
We verliezen vandaag een uur, omdat Bolivia een uur op Peru voor loopt. Als we na 120 kilometer bij de grens aankomen zijn er net twee bussen voor ons. Dat leidt tot een lange rij bij de douane en we besluiten een stukje terug te rijden waar we aan de oever van het Titicacameer flamingo's hadden gezien. We maken foto's en gaan terug naar de grens. De rij is weg en de Peruaanse kant gaat vlotjes. Bolivia is ook niet moeilijk, alleen is de tijdelijke import van de motoren een beetje lastig. We moeten eerst naar een winkeltje om op internet een formulier in te vullen wat in alle andere landen tot heden door de ambtenaar zelf werd ingevuld. Als we terugkomen blijken er nog een stuk of zeven andere motorrijders voor ons te zijn. We wachten enigszins nerveus op onze beurt, want om 13 uur gaat de man een uur met lunchpauze. Maar gelukkig, om vijf over één lopen we met de vereiste papieren naar buiten. We rijden een mooie weg over een landtong tussen twee meren in. We komen bij Tiquina, waar we met een barca het water moeten oversteken. De barca's zijn relatief kleine houten platbodems, maar ze zetten er ook vrachtwagens en bussen mee over. Op onze barca staat al een vrachtwagen en wij passen er nog achter. Op de dwarsbalken van de bodem liggen een paar planken, maar er is ook een grote tussenruimte. De motoren er op rijden gaat prima, maar afstappen is lastig. Er liggen tientallen barca's, maar het is nu niet extreem druk. De oversteek gaat vlotjes. We hebben de motoren op de zijstandaard gezet, maar door de golfslag beginnen ze zo mee te deinen dat we ze voor de zekerheid toch maar vasthouden. Achteruit er af met hulp van de "kapitein" en dan afrekenen. We hebben nog niet veel lokale valuta, maar hij accepteert ook Peruaanse soles.
Door richting La Paz. Naarmate we dichterbij komen wordt het drukker en de weg slechter. Ze zijn de tweebaansweg aan het verbreden naar vierbaans en dat betekent veel stof en kuilen. Ze gebruiken soms speciale tankwagens om het stoffige wegoppervlak nat te maken. Op zich een  goed idee, maar voor motorrijders betekent dit vaak dat de weg modderiger wordt, dus meer risico op slippen.
We hebben weer eens mazzel: de donkere regenwolken waaruit we de regen kunnen zien vallen trekken vlak aan ons voorbij. La Paz is een miljoenenstad. Ligt prachtig tussen de bergen met besneeuwde toppen ingeklemd. Het is steendruk met collectivo's, de kleine openbaar vervoer busjes. Ons navigatie-apparaat leidt ons echter naar een tolweg in de stad. Daar is het een stuk rustiger.  En motorrijders hoeven geen tol te betalen, dus dat is mooi. We vinden het hostel, de motoren kunnen op de binnenplaats maar dan moet er wel een stoep genomen worden. Samen met de entree van het hostel betekent dat 60 centimeter omhoog over een plank. Harry verliest bijna zijn evenwicht maar met hulp van André en iemand van het hostel komt hij toch heelhuids binnen.

Vrijdag 6 november La Paz 0 km
Na het ontbijt nog even internetten en dan de stad in. We vullen onze maag nog wat bij een panedaria, bakkers die vaak ook koffie schenken. We bekijken de kathedraal, maar die is vooral sober. Bij het naastgelegen presidentiële paleis staat continu een ceremoniële wacht. Het parlement ligt aan hetzelfde plein en daar lopen voortdurend radio- en tvmensen. We lopen verder op zoek naar de markten waar La Paz zo om wordt geroemd. In eerste instantie valt het een beetje tegen, maar we zaten gewoon in de verkeerde buurt. Zodra we op de goede plek zijn zien we het tafereel zoals we dat ook op andere plaatsen hebben gezien. Van alles te koop en vaak geclusterd: potten en pannen kramen bij elkaar, fruit ook enz. Wat hier anders is zijn de uitdossingen van de dames. Ze dragen veelal een bolhoed. Apart gezicht en heel fotogeniek. Alleen zijn ze hier niet heel enthousiast om op de foto te gaan, zeg maar gerust afwijzend. Als ze lopen kunnen ze met een simpele hoofdbeweging, een soort knik, de bolhoed op hun hoofd verschuiven.
We lopen van de markt af en gaan naar de begraafplaats. Een beetje zoals in Italië. Een grote wand met allemaal graven ter grootte van een kist en aan de voorkant van de muur dan een plaquette en een ruimte om persoonlijke dingen of bloemen neer te zetten. Er staan op diverse plaatsen ladders om ook de bovenste graven te kunnen bereiken. Het is blijkbaar gebruik dat er muziek wordt gemaakt bij de begrafenis. We zien diverse gitaristen en ook een mariachi band.
We zijn door het dwalen van de stad de weg kwijt, maar door hier en daar te vragen komen we weer op het goede pad. Baby's krijgen zonder enige gêne gewoon op straat de borst. Die vrijheid gaat bij ons toch steeds meer verloren. We gaan even terug naar het hostal. André blijft daar de rest van de middag hangen, Harry gaat nog even de stad in. Het lopen is hier zwaar. Allereerst omdat je op 3.800 meter hoogte zit, maar ook omdat de straten nogal steil omhoog en omlaag gaan. En het weer is veranderlijk. De voorspelling voor vandaag was slecht. We krijgen ook een bui, maar die duurt maar een half uurtje. En in de middag trekt het helemaal open. Dit heeft ook het voordeel dat daardoor het zicht op de bergen veel beter wordt. De besneeuwde toppen worden tegen een bijna wolkenloze blauwe lucht prachtig afgetekend. Als de zon eenmaal onder is, koelt het snel af tot een graad of vier boven nul. We hadden nog het plan om vanavond een voorstelling te bezoeken, maar we zijn moe en besluiten alleen te gaan eten. Daarna nog even bloggen en dan naar bed.

Zaterdag 7 november La Paz - Cochabamba 392 km
Nadat we de hindernis met de plank weer hebben genomen bij de entree van het hostel vertrekken we om half negen. Zodra we de drukte van de stad achter ons hebben gelaten, komen we op een mooie vierbaansweg richting het zuiden. Verbazingwekkend weinig verkeer op deze zaterdag. Maar ja, dit hebben we al vaker gezien. Hele drukke steden, maar tussen de steden weinig verkeer. Na een kilometer of zeventig rijden we een plaatsje in voor een koffiepauze en wat extra broodjes want het ontbijt in het hostel was karig. Als we eindelijk een tentje hebben gevonden schenken ze geen koffie en broodjes hebben ze ook niet. De sfeer is enigszins vijandig, in ieder geval niet vriendelijk. We besluiten door te rijden. Bij het uitrijden van het plaatsje passeren we een vrachtwagen. Opeens rolt er een wiel voorbij dat blijkbaar van de vrachtwagen afkomt. We kunnen het ontwijken en de chauffeur zit breeduit te lachen achter zijn stuur als zijn wiel voorbij rolt. We kunnen flink doorrijden. Kijken nog wel voor een plek om even te stoppen, maar zien niets. Na 190 km vinden we het toch echt tijd voor een goeie break en we rijden weer een plaats in. In een zijstraat vinden we drie tentjes vlakbij elkaar. Koffie lukt niet, fanta wel. Te eten hebben ze weinig, wat crackers, oud brood en biscuit met chocolade. Daar doen we het mee. We gaan op zoek naar benzine, want we rijden al op de reserve. In Bolivia hebben ze twee prijzen of eigenlijk drie. Een prijs voor de lokale bevolking, een officiële prijs voor buitenlanders en een onofficiële prijs voor buitenlanders zonder factuur. Die laatste prijs is een prijs die na onderhandeling tot stand komt. Dus daar kiezen we voor, maar we vergeten te onderhandelen. Nou ja 90 eurocent voor een liter is nog te doen.
Tot heden hebben we constant op een hoogte van 3.800 / 3.900 meter gereden, maar we gaan nu omhoog naar een pas op 4.500 meter. De omgeving wordt ook een stuk ruiger. We rijden door een prachtig berglandschap met mooi gekleurde rotsen. We hebben het koud. Vinden uiteindelijk een tentje waar men wel (prima) koffie heeft en een broodje met gebakken ei. We beginnen aan de afdaling en het is plotseling veel drukker op deze tweebaansweg. Veel vrachtverkeer en bussen. We halen veel in, maar dat doen anderen ook. Als we keurig op onze eigen weghelft zitten en een bocht in gaan komen er van de andere kant twee vrachtwagens die op onze weghelft zitten. Harry kan ze net ontwijken en hij heeft het toevallig met zijn gopro gefilmd. Maar we zijn opnieuw gewaarschuwd. De vrachtwagens kruipen echter zo langzaam de bergen op en af, dat je haast wel moet inhalen. We dalen snel naar zo'n 2.500 meter en het wordt gelijk warmer. Eerst aangenaam, maar als we ons einddoel voor vandaag Cochabamba inrijden is het alweer knap benauwd. Het waait flink en in de stad happen we zand dat door de wind wordt aangevoerd en rijden we door wolken van straatafval. Van de drie hostals op ons lijstje blijken er twee gesloten en één niet op het aangegeven adres te zitten, maar al zoekende zien we een ander hostal en daar kunnen we terecht. Mooie plek, maar vreemd genoeg geen handdoeken en  de badkamer ligt twee verdiepingen lager en dat is toch lastig. In een lawaaiig cafe gegeten. Het hostel heeft snel internet, dus blog afgerond en geplaatst.

Zondag 8 november Cochabamba - Santa Cruz de la Sierra 468 km
We komen moeizaam op gang. Harry heeft een facetimegesprek met thuis. En André laat zich uitleggen door een voetbalcoach dat we beter de iets langere noordelijke route via de 4 kunnen nemen, omdat deze weg onlangs is geasfalteerd. Ook spreekt André met een Nederlands stel, die moe arriveren in het hostal na de hele nacht in de bus gezeten te hebben. Ze vinden Bolivia maar niks. Ze zijn uitgejouwd en bekogeld. We herkennen het niet, maar zo heeft iedereen zijn eigen reisverhaal. Vanaf Cochabamba op bijna 3.000 meter hoogte stijgen we naar zo'n 3.600 meter. Het is veel drukker met vrachtwagens dan we op zondag hadden verwacht. We zijn voortdurend aan het inhalen, ook op plaatsen waar het niet mag. De omgeving is mooi. Een beetje de Alpen. Tussen de bergen hangt nog wat bewolking wat mooie plaatjes oplevert. Kort na één van de regelmatig terugkomende tolhuisjes (waar we vriendelijk zwaaiend voorbij rijden, omdat we als motorrijder geen tol hoeven te betalen) stoppen we om iets te eten en te drinken. Er staan diverse voedselstalletjes. We kiezen een dame waar al diverse reeds geprepareerde broodjes klaar staan. André vraagt of er een vers broodje ei voor ons kan worden klaargemaakt. Dat kan en we smullen. We stappen weer op en beginnen aan een lange afdaling van 3.600 meter tot een niveau van circa 300 meter. De afdaling is een slechte weg. We zijn blij dat het droog is want regelmatig is het asfalt vervangen door kinderhoofdjes en die worden spekglad in de regen. Ook zijn er stroken met grint, zand en kuilen. Van het nieuwe asfalt waar de voetbalcoach over sprak valt niet veel te bespeuren. Op dit traject zijn weinig benzinestations. Als onze tank wat leger raakt, besluiten we wat vroeger dan gebruikelijk te stoppen zodra we een benzinestation zien. De eerste zit zonder benzine en heeft alleen diesel, maar we hebben geluk er is een tweede station in het plaatsje en die heeft wel benzine. Deze vraagt echter de officiële prijs voor buitenlanders, euro 1,15 per liter, terwijl de locals maar eur 0,50 per liter hoeven te betalen. André probeert op allerlei manieren om de prijs per liter naar beneden te krijgen, maar de man is onvermurwbaar. We durven het risico om door te rijden en zonder benzine te komen te zitten niet aan, dus we betalen maar braaf de officiële prijs. Een bonnetje wil / kan de man niet geven, wat ons doet vermoeden dat het verschil met de lokale prijs gewoon in zijn eigen zak verdwijnt.
Met het dalen van de hoogte waarop we rijden is de temperatuur flink opgelopen. André is helemaal doorgezweten. In een plaatsje waar we een halve liter cola naar binnen werken om het vochtniveau een beetje op peil te houden zien we een nieuw fenomeen: taxibrommers met een paraplu om de chauffeur en zijn passagiers te beschermen tegen de zon. Colaflessen hebben we overigens al in vele vormen en maten gezien. In glas en in plastic, en in 300 ml, 500 ml, 600 ml, 1 liter, 1,5 liter en 2 liter flessen en in de USA natuurlijk de superflessen van een gallon. Hier nu voor het eerst een halve liter fles van glas met een plastic dop.
Het landschap is totaal veranderd, lijkt wel een beetje op Afrika. We zien ook overal termietenheuvels en bananenbomen. We maken aardig tempo, maar dat doet het andere verkeer op het vlakke terrein ook en dat betekent dat je toch weer wat andere inschattingen bij het inhalen moet maken dan in de bergen. Maar het gaat allemaal goed.
Santa Cruz de la Sierra, ons einddoel voor vandaag, blijkt een verrassend moderne stad. Dat zie je terug in het weer opduiken van de bekende voedselketens, maar ook in de bredere wegen en moderne kantoorgebouwen. Indianen zie je hier niet veel meer. De streek lijkt al meer te neigen naar Brazilië. Contrastrijk land Bolivia, de bergen in het Noordwesten met enige zesduizenders, de zoutvlakten (waar we niet geweest zijn) in het  Zuidwesten en nu in het oosten een tropisch Afrikaans landschap. Het lijkt ook redelijk welvarend. We zien bijvoorbeeld nog maar zelden een paard/ezel en wagen. De prijzen zijn ook gelijk wat hoger dan in Peru en Equador.
We verwachten dat op de resterende route naar Brazilië het aantal overnachtingsmogelijkheden wat beperkter is en dat we misschien weer eens zullen gaan kamperen. Daarom slaan we voor de zekerheid maar wat voedsel in, zodat we morgen zo nodig voor onszelf kunnen zorgen.
We eten op de bovenste verdieping van een gebouw met een mooi uitzicht op het belangrijkste plein van de stad. We hebben even vlug gekeken bij de kerk die ook aan dit plein ligt. Er is een kerkdienst gaande en zoals we vaker hebben gezien in Latijns Amerika zit de kerk propvol.

Maandag 9 november Santa Cruz de la Sierra - Agua Caliente 448 km
Zo op het eind van een land proberen we altijd de lokale valuta zo goed mogelijk op te maken. De afrekening met het hostal gooit echter roet in het eten. We krijgen het verzoek in Boliviano's te betalen, terwijl we hadden gerekend op US dollar. Dus halen we nog wat lokaal geld bij. We parkeren bij Banco Ganadero. Jammer dat de marketingafdeling wat tikfouten heeft gemaakt. Harry zijn eigen bank moet natuurlijk Ga naar de Roo heten. Maar Ganadero komt dichtbij. Een ezel stoot zich in het algemeen..... . maar Harry dus wel. Zijn motor wil weer niet starten en waarschijnlijk door dezelfde oorzaak: standaard nog uit en al willen starten. Probleem is deze keer dat er in Santa Cruz geen aflopende straten zijn en aanduwen is zo goed als onmogelijk en in deze hitte ook niet verstandig. Slepen dus en zo aantrekken. De motor slaat bij de eerste poging direct aan. Zo, dat scheelt een hoop zweetdruppels. 
We gaan naar een wat rustiger gebied dus we willen voor de zekerheid de benzinetank volgooien. De eerste twee tankstations zeggen dat zij benzineleveranties aan buitenlanders niet in hun computer kunnen verwerken. Ze sturen ons dus gewoon weg. De derde helpt ons gelukkig wel. Ofschoon de benzineprijs voor locals tot heden bij alle pompen gelijk was, hebben wij steeds een andere prijs betaald. Het idee van een hogere prijs voor buitenlanders is best te billijken, maar wij hebben het idee dat het systeem zo lek is als een mandje en dat het geld gewoon in de zak van de pomphouder verdwijnt.
Nu eindelijk echt op pad. Dat we echt in een ander landschap rijden wordt snel duidelijk. Nog geen 50 meter voor de motor van Harry steekt een aap de weg over. 
Er staat een keiharde wind. Links van voren. We moeten de snelheid wat matigen om de motor onder controle te houden. Harry's tanktas wordt van de top van de tank naar de zijkant geblazen, maar door er een kruisspin overheen te spannen, wordt dat opgelost. Na een kilometer of vijftig slaan we af en de wind komt nu van linksachter. Dat maakt het rijden een stuk makkelijker. We maken kilometers. Het is boven de 35 graden. De weg is recht en het land is vlak. Harry rijdt met de rits van zijn jas half open. Plots voelt hij een pijn op zijn borst alsof ie gestoken is. Hij heeft echter niets tegen zijn shirt voelen vliegen. Het is zo gevoelig dat we even stoppen. Tussen het grijze borsthaar lijkt inderdaad iets te zitten. Harry trekt het er uit. De pijn wordt minder, maar het blijft een gevoelig plekje en er ontstaat en rood rond schijfje. André weigert vooralsnog het gif er uit te zuigen.
We stoppen in een wat groter dorp.  In de Lonely Planet hadden we al gelezen over jezuïeten die hier zouden wonen en onderweg hadden we al diverse mannen gezien met bretels en een erg witte Europese/ Duitse huidskleur. Maar in dit dorp zijn er veel. Er blijkt iemand overleden te zijn en het lijkt er op dat in het lokale restaurant gecondoleerd kan worden. Mannen en vrouwen met strooien hoeden. De mannen in een overall met banden over de schouders. Voor de gelegenheid veel in een zwarte overall. Meisjes van een jaar of vijftien in ouderwetse jurken met lange mouwen, een dikke maillot met daaronder nog sokken aan, verschrikkelijk in deze temperaturen. Je weet dat het bestaat, maar je kijkt toch je ogen uit in opperste verbazing. Hoe kan dit in deze tijd in stand blijven? Nou ja onder andere door je op deze plek te isoleren. Harry maakt met de telefoon stiekem wat foto's.
We besluiten een paar kilometer terug te rijden naar waar we een benzinestation zagen. Alhoewel we nog genoeg benzine hebben, willen we de tank toch maar vol laten gooien. Zoveel stations zijn er niet in deze verlaten streek. De dame bij de pomp neemt haar taak serieus. Ze vraagt Harry naar zijn identiteitsnummer. Harry geeft zijn paspoortnummer, maar dat bestaat bijna alleen uit letters. Dat kan niet volgens de dame. Harry laat zijn paspoort zien en dan is het nog niet goed. Harry wordt boos en roept in het Nederlands dat ze toch niet kan denken dat we uit de lucht zijn komen vallen en al niet eerder benzine hebben moeten tanken gevolgd door een stevige vloek. Nu komt de baas en die blijkt pragmatischer. De dame en de baas hebben een woordenwisseling, maar de baas is de baas. Oplossing: de dame tankt via de computer gewoon op basis van het lokale tarief en de baas schrijft op een los notitieblok de toeslag voor buitenlanders. Zo, dat deel verdwijnt in zijn zak. Wij zijn blij dat we in ieder geval benzine hebben. Er zit nog een mannetje met jerrycans vol benzine, die na afloop beweert dat we het bij hem goedkoper hadden kunnen kopen. Dat zal wel, maar als hij rotzooit met de samenstelling of als de inhoud van de jerrycans niet kan worden gecontroleerd hebben we ook een probleem.
Weer verder. Harry moet weer stoppen. Nu heeft hij een probleem met koppelen. Hij moet drie vier keer knijpen alvorens de koppeling vanuit zijn zes vrij komt om terug te schakelen. Geen idee wat het probleem is. Er zit in ieder geval nog genoeg vloeistof in het reservoir.
Kort erna weer stoppen. Nu is Harry zijn linkerglas uit zijn zonnebril gevallen. Gelukkig valt zowel zijn glas als het piepkleine schroefje in zijn helm. Later maar repareren, waarschijnlijk met ducktape vastzetten.
Even later wéér stoppen. Het begint te regenen maar het blijkt een kort buitje. Bij de volgende stop regenkleding weer uit. We komen bij Agua Caliente waar we weten dat we kunnen kamperen. We kunnen ook verder rijden, maar de overnachtingsplekken langs de route aijn schaars. We besluiten hier te blijven. We weten ook na twee maanden niet kamperen alles redelijk snel op zijn plek te krijgen, de tent op te zetten en dan naar het warme water (agua caliente dus). Er is een meer dat gevoed wordt uit warmwaterbronnen. Het water is tussen de 30 en 35 graden, schatten we. Prachtige locatie. Je ziet de diverse bronnen in het water en als je gaat zitten op een bepaalde plek komen er allemaal kleine visjes die aan je huid beginnen te kriebelen. Er zijn ook twee lokale Duits sprekende families. Vrouwen met een kapje op het water in, alleen de volwassen mannen met ontbloot bovenlijf, kinderen en vrouwen een t shirt aan. Ze zeggen dat ze onderdeel zijn van een groep van honderd Duitse gezinnen.
Het is een prachtige plek met veel vogels. Net vloog er nog een groep van twintig papegaaien voorbij. We kunnen bij de receptie nog een biertje en cola kopen om onze dorst te lessen en we bereiden onze eigen maaltijd. We gaan vroeg naar bed want we schatten in dat de zon ons al vroeg uit de tent zal branden, ondanks dat we onder een afdak staan. Nog wel even Dave een bericht gestuurd wat hij denkt dat het probleem zou kunnen zijn met de koppeling.

Dinsdag 10 november Agua Caliente (Bolivia) - passo do Lontra jungle lodge / Pantanal (Brazilië) 354 km
Voor zessen al op. En klokslag 8 uur weg, hetgeen met het inpakken van de tent in aanmerking genomen niet tegenviel. Weer eens een heerlijke boterham gegeten met oa pindakaas en pasta choca. Het heeft zo zijn voordelen om te kamperen. En ook prima geslapen op ons eigen matje. Dave heeft al geantwoord: hij denkt dat de koppeling ontlucht moet worden. Lijkt ons ingewikkeld, moet maar wachten tot Campo Grande.
We zoeven voort over de rechte, lange en vrij lege weg. Nou ja, leeg. Er lopen in de berm vrij regelmatig koeien en af en toe voelen ze de behoefte over te steken. Zo'n koe geeft niet echt mee, dus we proberen een botsing te vermijden. Problemen met de koppeling van Harry lijken erger te worden. 
Opeens heeft André weer een vogel op schoot. Het beest zit rustig van een prooi te eten langs de kant van de weg, als er opeens een motor voorbij komt. De vogel vliegt op, maar komt bij André op schoot. André slaagt er in het beest van zich af te werpen, maar hijzelf en de motor stinken nogal. Waarschijnlijk de resten van de prooi die de vogel heeft achtergelaten. Harry rijdt nog even terug om naar de vogel te kijken, maar ziet niks meer. Misschien heeft ie het overleeft. André loopt vloekend zijn spullen schoon te maken.
Weer snel verder want we willen vandaag de grens over. We maken onze laatste Boliviano's op: ieder een colaatje en de rest voor benzine. We moeten twee kilometer terugrijden. André maakt duidelijk dat we nog maar 110 boliviano's hebben en dat we daarvoor benzine willen hebben voor beide motoren. Ze zijn hier soepel. We krijgen 22 liter, hetgeen betekent dat we maar 30% meer betalen dan de locals, tereijl we de dag ervoor nog 200% meer moesten betalen.
Aan de grens gaat het vlot. In Bolivia willen ze nog wel even de motoren zien, maar aan de Braziliaanse kant hoeven we alleen een stempel in ons paspoort te laten zetten. Geen tijdelijke import van de motoren.
We zoeken snel een stadje op om lokale valuta uit de geldautomaat te halen, maar vooral ook om te eten en te drinken. Je krijgt van dit warme weer een enorme dorst.
Daarna zitten we al snel in de Pantanal, een geweldig natuurgebied. We zien al veel verschillende vogels langs de kant van de weg. De weg is prima, maar de bewegwijzering beperkt. Maar met enige moeite vinden we de juiste afslag. Na een kilometer of zeven onverharde weg vinden we de plek waar ons beoogde resort moet liggen. Maar nee hoor, wat we zien is stil en verlaten. We rijden een kilometer verder langs de rivier. We vinden wel wat maar niet wat we zochten. Iemand belt met iemand anders en dan krijgt André de telefoon in zijn handen gedrukt. Een slechte lijn, maar de dame weet hem duidelijk te maken waar we heen moeten rijden. We snappen er allemaal niks van en al helemaal niet meer als we op de beschreven plaats weer door iemand anders worden opgewacht die ons weer ergens anders heen brengt. Maar eind goed al goed. We komen bij een prachtige lodge met een zwembad, aan de rivier en met een heel programma aan jungle-activiteiten. Hier gaan we dus drie nachten blijven. Perfect internet. En 's avonds al onze eerste activiteit: met een boot over de rivier om te proberen in het donker dieren te vinden. We zien vooral heel veel ogen van krokodillen oplichten in het licht van de schijnwerpers. En insecten die op het licht af komen. Er is een aardige groep mensen in de lodge. Maar om tien uur gaan de lichten uit. Het personeel moet ook rusten is het motto en morgen om 7 uur is er alweer de volgende activiteit.

 English version
Wednesday November 4 Cusco - Puno / Titicaca lake 250 mi
Close to 
8 am we leave. Driving in a larger city always requires quite some concentration. Traffic is everywhere. Also today. We approach a crossroads. Since it is not always clear who has right of way, we always slow down a bit. This time the car on our right side stops, so we continu to cross. At the same time a second car from the right side is approaching the crossroads. The driver is so focussed on our motorbikes, that he does not see the first car that is waiting and he bumps into it at full speed.
We gradually climb fro
m Cusco to a pass at 14,000 feet and then drop again to a level of 13,000 feet where we drive into a kind of mountain plain. It feels like a kind of desert, with mountains at the edges. Once in a while we see flamingoes in small ponds. The whole day we have a completely blue sky. The tarmac road is a bit boring with long straight stretches. However it also means we can move pretty fast. 
We stop for a while at a bridge. In the river below it is busy. People are washing their cars, their tuktuks, their cloths, the kids, everything you can think of. Nice view.
From the fantastic tarmac road in the plain we drive into a town which is complete chaos. Only dirt roads with big holes everywhere. A lot of construction work going on. Buses and trucks dance through the streets like they are riding the waves.
We approach Titicaca lake. This should be one of the highlights of Latin America. The lake is so big, almost an ocean according to Lonely Planet. And that at 13,000 feet. We try to find a hostel in Puno, but we do not like what we see. We decide to drive to a hostel about 10 miles south of Puno. Great place: great wifi, safe place for the motorbikes and nice rooms with hot showers. However completely isolated, so no restaurants in the neighbourhood. The lady-owner offers to cook us a meal for 10 soles (usd 3), which we gladly accept. The meal is great. We have a chat with a Belgian couple, that is staying at the same hostal.They travel together on one motorbike and are already travelling for four years! They only went home when their parents died. Want to continue for another year. They have been across the globe and simply take their time. They sound pretty cost conscious. Sometimes they look at 10 different places to sleep 
before they choose one. But perhaps that is wise if you want to be able to travel as long as possible with the money you saved.
Tomorrow another country again, Bolivia. Promissing and risky, the usual storyline. We decide about the route and go to bed early. André is still not completely fit and Harry had a conference call at 4 am. And it cools down pretty fast at this level and then you are better off underneath the blankets than on top of it.

Thursday November 5 Puno (Peru) - La Paz (Bolivia) 176 mi
We leave 
at 8 am and like yesterday the owner of the hostal wants to take a picture of us for their facebook page. We drive alongside the Titicaca lake and there is quite some activity. Apparently the soil next to the lake is pretty vertile. Here in the southern hemisphere it is of course Spring and this is the time to plough and prepare your land. The plough here is still pulled by two oxes.
We loose an hour today since Bolivia is one hour ahead of Peru. When we arrive at the border after 75 miles, we are just behind two buses. This means a long row at customs and we decide not to spend our time on waiting but we go elsewhere. One mile back we saw a large group of flamingoes at the shore of the Titicaca lake and we ride back to take a few pictures.
When we arrive at the border again the row is gone. The Peruvian side goes smoothly. Bolivia is not difficult either apart from the temporary import of the motorbikes. We first need to go to a shop to fill a form on the internet and print it. In other countries this was usually done by the customs officer himself. When we return there are seven other motorbikers in front of us. This makes us a little bit nervous since 
at 1 pm the officer has his lunch break. But fortunately at 1.05 pm we have the required papers and are free to go. 
We drive a very nice mountainroad in between two lakes. We arrive at Tiquina, where we need to cross the water with a barca. The barca's are relatively small wooden boats, but they also ship trucks and buses on it, more or less one at a time. At our barca there is already a truck and we fit behind it. There are a few planks on crossbeams, but there is still quite some space between the planks. We easily board the motorbikes, but getting off the bike is a bit difficult because of the space between the planks. There are tens of barca's, but right now it is not extremely busy. The crossing goes smoothly. We have put the motorbikes on the jiffy, but due to the waves the motorbikes start to dance a bit so we decide to hold on to them. We have to drive them backwards off the barca, but with a little help of the captain and eachother we manage. We still need to pay, but we have no local currency yet. Luckily the captain accepts also Peruvian soles.
On we go towards La Paz. The closer we come to the city the busier it gets and the road becomes worse. They are in the process of turning the two lane road into a four lane road and this means for the time being that we need to drive on a bumpy dirt road with a lot of dust. They sometimes use special tanktrucks to wet the surface and reduce the dust. Disadvantage for us is that it gets a bit more muddy read slippery. We are lucky once more: the very dark clouds from which we can see the heavy showers very closely passes us.
La Paz has almost 1.5 million inhabitants. It is kind of squeezed in between big mountains, some of them snowcapped. Beautiful view when we approach the city. It is extremely busy with the collectivo's, the small public transport buses. Our navigation system sends us to a toll road. Good idea! It is much quiter and motorcyclists do not need to pay toll!
We find the hostal and we are allowed to park the motorbikes in their courtyard. But to get there we need to pass a high hurdle. Together with the entree of the hostal and  the pavement we need to bring the motorcycle into the hostel via a plank to overcome the  20 inch height difference. Harry almost looses control over his bike, but with the help of André and someone from the hostal he is able to survive and drives the motorbike into the courtyard of the hostal. We have dinner in a commercial centre with a big food plaza and life performing artists, one with a trumpet and one with a guitar. They play surprisingly well.

Friday November 6 La Paz 0 km
After breakfast a quick look at the web and than off into the city. The breakfast was not extremely abundant, so our first stop is at a Panedaria, a bakery where they often also offer coffee. We have a quick look at the local cathedral. Very austere interior compared to churches we have seen before. Next to the carhedral is the presidential palace with a ceremonial guard. At another side of the square is the parliament. There is constantly press around to catch a quote of one of the parliament members. We continue our walk to search the markets for which La Paz is known. At first we are a bit disappointed, but we simply were in the wrong neighbourhood. As soon as we are on the right streets we see the scenery we have seen in other places before but now at a much larger scale. Everything is available, but we notice that everything is clustered. So all fruit stalls together, pots and pans, flowers and so on. What is different here is the way the ladies look. They wear a bowler hat. Nice look and very photogenic. Unfortunately they are not that enthusiastic over here, to say the least. But the big lens works here too. What is kind of special is the way they are able to adjust the hat on their heads. With a simple nod they adjust it in the way they want it.
We leave the market and go to the cemetery. Still full of flowers due to the Dia de les muertes, November 2. The structure is similar to what we have seen in Italy before: walls with graves of the size of a coffin. And in front of the coffin a plaque with inscription and some room to place personal things in front of the plaque. There are several ladders to reach the top end of the wall. It is apparently a habit that there is live music at the buriel since we see several guitarists and even a complete mariachi band.
Due to our dwelling through the streets of La Paz we are lost. But by asking around we find our way again. Pretty openly babies are being breastfeeded. That liberty is becoming less normal in the Western world. We go back to the hostal. André stays there, but Harry wants to walk around a bit more. That ain't easy. At first La Paz is at a height of 12,500 feet and secondly the streets are pretty steep. The weather is unpredictable. The forecast for today was bad. But apart from a shower of 30 minutes it has been quite good. In the afternoon the sky really opens up and you can see the snowcapped mountains around La Paz now clearly. Beautiful. After sunset it cools down pretty fast. The temperature drops to about 35 to 40 F. We considered to go to the theater, but we are too tired. After dinner and some blogging we go to bed.

Saturday November 7 La Paz - Cochabamba 241 mi
After taking the plank obstacle at the entrance of the hostal we leave 
at 8.30 am. As soonas we are out of the buzz of the city we ride a nice four lane road heading south. Unbelievable how quite it is on this road on a Saturday. But we have seen it before. Very busy cities, but low traffic in between those cities. After 45 miles we drive into a city for some add ons to our breakfast. But it appears to be difficult. When we think we have found something they have no coffee and no sandwiches. The atmosphere is also a little bit hostile so we de ide to ride on. When we leave the place we overtake a truck. All of a sudden one of the wheels comes off and overtakes the truck too. We can escape from it. The driver sees his own wheel passing him, but does not seem to care. He looks at the wheel from behind his steering wheel with a big smile.
We continu our search for a decent stop, but we fail. After 120 miles we decide to try once more in a small city. In one of the streets we find three shops in a row. No coffee, but they do have fanta. Not too much to eat: some old bread, dry crackers and biscuits with chocolate. Kind of a survival package. We are also looking for a gasstation since we are already riding on our reserve. We find one, but it is a little bit an obscure place. In Bolivia they have two or better three prices. One for the locals, the seond one for foreigners and a third illegal one for foreigners. That is without invoice and is a result of negociations. So we choose the third option but we forget to negociate. Well, usd 3.80 for a gallon is still decent from a European perspective.
Until now we drove at a level of 12,500 - 13,500 feet, but we now need to cross a pass at a level of 14,800 feet. The surroundings get a bit rougher too. A beautiful landscape with rocks in many colors. It is getting colder. Finally we find a good place to eat something. They do serve coffee and prepare a sandwich with a fried egg. We start the descent and all of a sudden there is much more traffic on the road esp trucks and buses. We do overtake them but we are not the only ones. When we are neathly driving on our own lane and go into a curve, we are suddenly confronted with two trucks that are driving on our lane. We can steer clear of them, but it is one of these moments where your whole body is reacting to the situation. Fortunately Harry was filming, so we have some good footage again. Another warning to stay alert. However the trucks go so slowly up hill that you have no choice but to pass.
We quickly descend to a level of about 8,500 feet and right away it is getting hotter. At first we like it, but when we drive into our target city for today, Cochabamba, it is already quite stuffy.
A strong wind is blowing and we ride through clouds of sand and street garbage. From the three hostals on our list two are closed and the third one we cannot find. But we do see another hostal and we can stay there. Nice place, we can park the motorbikes, but strangly enough we do not receive towels and the bathroom is two floors below our room. We eat in a pretty noisy bar. The hostal does have a good internet connection so we finish the blog and publish it.

Sunday November 8 Cochabamba - Santa Cruz de la Sierra 291 mi
We have a slow start. Harry is having a facetime conversation with home and André is having a chat with a soccer coach, who explains him we should take the somewhat longer northern road number 4, since it has new tarmac. André also talks to a newly arrived Dutch couple. They had the night bus and they arrive pretty exhausted. They do not like Bolivia at all. They are being yelled at and people even threw stones to them. We do not recognize it, but everybody has his own travel stories. From Cochabamba we drive up to a level of 12,000 feet. It is much busier with trucks then we expected on a Sunday. We are constantly busy overtaking these trucks also at places where we are not allowed to do so. The landscape is fantastic. A little bit like the European Alps. In between the mountains there are some clouds. Great views. Shortly after one of the regularly popping up toll gates (we always wave friendly, since motorriders do not need to pay toll) there are some food stalls. Most of the stalls display pre prepared sandwiches. André asks one of the ladies to prepare a fresh sandwich with a fried egg and so she does. Tastes great. We ride on and we face a long descend from 12,000 feet to about 1,000 feet. The descend is a pretty bad road. We are glad the street is dry, since on many places the asphalt is replaced by cobblestones and they get quite slippery when it rains. Some parts of the road are only gravel, sand and potholes. Difficult to understand the advice of the soccer coach whilst driving here. But perhaps the other road is even worse. We will never know. Along this road there are not that many gasstations. We decide to look for gas a bit earlier than isual. The first gasstation we see is without gas. The second one in the same city does have gas, but it is offered at the official rate for foreigners usd 4.75 per gallon, whilst the locals only pay usd 2.06 per gallon. André tries to convince the man to bring the price down in several ways, but the man just sticks to the official rate. We do not dare to take the risk and run out of gas later on, so we simply pay. The man frim the gasstation cannot / will not give a receipt so we assume the difference with the price for the locals goes into his own pocket.
Since we are now more or less at sea level again, the temperature increased significantly. André's shirt is soaked again. In a small town where we each drink half a liter of coca cola in order to compensate for all the sweating, we see a new phenomenon: taximopeds with an umbrella against the sun. Very pragmatic!
Coca colabottles we have seen in all forms and sizes. Glass, plastic, 300 ml, 500 ml, 600, ml, 1 liter, 1.5 liter, 2.0 liter and in the USA of course the supersize of 1 gallon. Here we see for the first time a glass bottle of half a liter with a plastic cap.
The landscape changed totally. It looks a little bit like Africa. Termite hills everywhere and bananatrees too. We can drive faster, but the other traffic is doing so too so this means you have to adjust your judgment compared to riding in the mountains when overtaking other vehicles.
Santa Cruz de la Sierra is our target for today and it appears to be a surprisingly modern city. You can base that on the return of the foodchains but also by the wider, solid roads and modern office buildings. You hardly see Indians here. The area seems to be closer to Brazil than to the rest of Bolivia. Bolivia is a land of extremes. On one hand the Northwest with several high peaks above 18,000 feet, in the southwest the saltplanes (that we did not visit) and now in the East the more tropical African landscape. Apart from modern the area is also economically a bit stronger. We hardly see horses/donkeys pulling a wagon. The prices at the same time are also a bit higher than in the rest of Bolivia or than in Peru and Ecuador.
We expect that the possibilities to find a decent place to sleep will become fewer on our way to Brazil. So we buy some food in the supermarket in case we need to camp.
We have dinner at a nice place overlooking the local main square from the top of a building. We had a quick look at the church at this square. There is a service going on this Sunday evening and the church is complete full as we have seen before here in Latin America.

Monday November 9 Santa Cruz de la Sierra - Agua Caliente 278 mi
When we are close to leaving a country we always try to get rid of the local currency. But the hostal this time makes that a bit more difficult. They ask for payment in Boliviano's where we assumed we had to pay in dollars. No problem, we just go to the ATM to get some extra Boliviano's. We park the bikes in front of Banco Ganadero. Unfortunately the marketingdepartment made some typo's. Harry's own bank should be Ga naar de Roo (this is Dutch for Go to De Roo). but Ganadero comes close.
Once bitten twice shy, but not for Harry. His motorbike will not start and probably due to the same cause: stand still out and trying to start already. Problem this time is that all roads in Santa Cruz are flat. So pushing the bike is not a real option and in this heat also not wise. So we tow. And that works. Right at the first attempt the engine starts. Relieved and without sweating too much.
Since we will head towards a more remote area we want to get gas before we leave the city. Easier said than done. The first two stations simply say that their computer system cannot cope with deliveries to foreigners. The third one is willing to help us. Again at a different price. We do understand that they use a higher price for foreigners, but we think the organisation around it is so weak that often the difference with the local price goes directly into the pocket of the owner of the gasstation.
So finally really on the road again. That we are really in a different landscape is proven by the fact that just after leaving town a monkey crosses the street 60 yards away from Harry's motorbike. There is a very strong wind from the front left side. We have to reduce our speed to remain able to control the motorbike. Harry's tankbag is blown to the right side of his tank, but by using an elastic rope he is able to put it back in place. After 30 miles we take a bit of a turn and now the wind blows from the left back side. This makes riding a bit easier. We put some mileage on. It is above 95 F. The road is straight and we are riding in a plain. Harry has the zipper of his jacket down. Suddenly he feels a pain at his chest like something has stung him. However he did not feel anything hitting him. But it continues to hurt, so we stop. And yes, in between the grey chest hair there is something. Harry pulls it out, the pain gets less, but it remains a soft red spot as big as a dime. For the time being André is not willing to suck the poisson out of the chest of Harry.
We stop at a somewhat bigger village. In the Lonely Planet we read already about the Jesuits
and along the way we saw already several men in peculiar clothing and with a very white European / German skin. But in this village there are many of them. We hear that somebody died and that in the local restaurant they pay their condolances to the relatives. Men and women wear straw hats. The men wear overalls with suspenders. Given the situation many men wear a black overall. Girls of about 15 years wear very old fashioned gowns with long sleeves and a very thick white pantyhose and below that even socks. It must be terribly hot in these temperatures. You know that it exists but it is hard to understand. How can this continu in this era? Well, eg by living in an isolated place.
Secretely we take some pictures with the Iphone.
We decide to drive a few miles back where we saw a gasstation. Although we still have some gas we prefer to have a full tank in this isolated place. The lady at the gasstation takes her job seriously. She asks Harry for his identitynumber. Harry gives his passportnumber, but since that is mostly letters the lady does not believe that this is his identitynumber. Harry shows his passport, but she is still not convinced. Harry gets angry and yells at her in Dutch: does she assume we are just dropped at her gasstation and did not tank before in Bolivia? Now the boss comes to the scene and he is a lot more pragmatic. The lady seems to disagree with her boss and they have a little bit of a row. But the boss is the boss. Solution: the lady tanks via de computer based on the local price and the boss writes a separate invoice for the foreigners premium. Money probably again directly into his pocket. We are glad we have gas, but we do get frustrated by this system. There is also a man with some jerrycans full of gas at the gasstation who says that he could have served us cheaper. Probably true but if he messes around with the content of the jerrycans or if you cannot control the content you run the risk of being fooled too.
We go on. But then Harry must stop again. This time he has a technical problem. His clutch is not working as it should. He needs to push two three times before is able to go from his sixth gear to his fifth. No idea what the problem is. There seems to be enough oil in the reservoir.

Shortly after this another stop. Now Harry lost a glass of his sunglasses. But he is lucky, both the glass and the screw fell into his helmet. He will repair it later, probably a ducktape solution. And again a stop. It starts to rain, but only for a short while. The raingear we have pulled on, can be taken off again. We arrive at Agua Caliente. We know there should be campground here, but it is only 4 pm and we could drive on for a while. Since we are uncertain about other places to sleep along this route we decide to go to the campground. Despite the fact we did not camp for two months, we still have the skills. In no time we set up the tent and go to the agua caliente, the hot springs. There is a lake that is being fed by these springs. The water is in between 85 and 95 F we guess. Fantastic place. There are springs everywhere and if you sit in the water at a certain spot tens of small fishes come to nibble at your body. There are also two local families. They speak German. Only the grown up men are swimming in shorts only, all the others, kids and women wear a Shirt in the water. The women even carry a black cap. They say they belong to a group of about hundred German families. It is a lovely place full of birds. Just a minute ago a group of about 20 parrots flew by. 
We can buy a beer and some coca cola at the reception of the campground to quench our thirst and we prepare our own meal. We go to bed early since we expect the sun to wake us early. We quickly send a text message to Dave to see whether he has a clue about the problem with the clutch.

Tuesday November 10 Agua Caliente (Bolivia) - Passo do Lontra jungle lodge / Pantanal (Brazilië) 220 mi
Up before 6 am, and we leave at 8 am sharp which is pretty good taking into account that we have to pack the tent too. We enjoyed our breakfast, sandwiches with peanutbutter and nutella. It has its advantages to camp. We also slept well on our own mattresses. And Dave answered: probably we need to bleed air from the clutch system. Sounds difficult to us so we decide to look for a garage in Campo Grande. We ride on the long, straight and empty road. Well empty: in the shoulders of the road there are quite regularly cows and sometimes they feel the need to cross the road. And as a motorbiker you do not want to bump into a cow so we must pay attention. The problem with the clutch seems to get worse. Requires extra focus. Bam, suddenly André has a bird against his chest again. The bird was eating from a prey when we drive by. He flies away but directly towards André. André grabs the bird and throws it into the grass, but he and his bike smell like hell. Probably parts of the prey. Harry drives back to check how the bird is doing, but he cannot find it anymore. Perhaps he survived. André is not amused and curses whilst trying to clean himself and the motorbike. On we go again since we would like to cross the border today. We try to finish our last boliviano's: a coca cola and the remainder for gas. We need to drive back a mile. André makes clear we only have 110 boliviano's left and that we want gas for that for both bikes. Here they are surprisingly flexible. We get almost 6 gallons, which means we only pay a premium to the local price of 30%, whilst the day before we paid a premium of 200%. 
At the border things go extremely smoothly. In Bolivia they check the motorbikes with the paperwork, but in Brazil we only need a stamp in our passport. No temporary import of our motorcycle. We go to the first town to get some local currency, but more importantly to get a drink and some food. We still need to adjust to the heat and we are extremely thirsty.
When we drive out of the city we arrive pretty soon in the Pantanal, an enormous wet land. Along the road we see already some very nice birds. The road is good, but the signs are limited. With some effort we find the right turn and we need to drive a dirt road for about 5 miles. We think we are at the right place but it looks deserted. We drive a mile along the river. We do find a hotel but not the one we were looking for. Someone phones somebody else, André gets the phone and receives driving instructions. We do not fully understand the situation and when we arrive at the described place they tell us that they will take us to another place. Now we are totally lost. But it  ends well. We arrive at a very nice lodge with a pool, at the river and with a whole program of activities. This is where we are going to stay for three nights. Wifi is close to perfect. And the same evening we have our first activity. We go by boat on the river to spot animals. We see first and foremost the red eyes from caymans in the spotlight. And a lot of bugs that come to the spotlight too of course. There is a nice group of people in the lodge, in total about twelve guests. But at 10 pm the lights go out. The personnel needs to rest too and at 7 am there is the first activity of the day and before that they are serving breakfast.


5 opmerkingen:

  1. En hoe zat het nu met die piranja's. Dat heb ik niet meegekregen?? Goede reis Pieter Geert

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat moet afzien zijn: Geen ontbijt en al helemaal zonder koffie! Maar bij een volgende gelegenheid wordt dat dan weer dubbel gewaardeerd. Groeten, Corry en Leo

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het is weer boeiend om te lezen, alsof ik achterop zit (nou ja bijna dan).Enjoy life and experience it to the max. Cheers!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Sanitair Impression

    Als je naar kijkt product rendering diensten, vervolgens wij specialist voor product rendering diensten. Wij bieden het beste sanitair impression en impression exterieur diensten.

    to get more - http://anim-mesh.nl/about/


    BeantwoordenVerwijderen